Erik Kruithof

Modelspoor bouwen

Tunnelprofiel volgens NEM 105

Het volgens de NEM norm aanleggen van een tunnel of brug.

De hier beschreven tunnel profielen zijn voor normaalspoor banen. De grote van het tunnel profiel is afhankelijk van de boogstraal; het aantal sporen en de afstand onderling; of er met bovenleiding word gereden; en de lengte van het ingezette materieel.
Bij rechtewandige tunnels word er tussen de tunnelwand en de begrenzing van de vrije ruimte een kleine smalle zij ruimte gelaten. Bij gewelfde tunnels word deze ruimte gecreëerd door de gebogen tunnelwand. Het is 't beste bij bovenleiding de laagste hoogte voor de bovenleiding te nemen, zie ook "Bovenleidings hoogte volgens NEM 201". Het profiel van de rechtwandige tunnel is ook bruikbaar om het profiel van een brug te bepalen. Bij een tunnel in een spoorboog moet men ook rekening houden met de verhoging van het spoor, zie ook "verhoging spoor in bogen volgens NEM 114".

De rechtwandige tunnel
Een rechtwandige tunnel maakt men volgens volgende tekening, waarbij de bij de letters behorende afmetingen staan in de tabellen aan het einde van deze tekst. De hoogte van de tunnel krijgt u door voor de hoogte genoemde maten op te tellen, dit zijn dus vanaf de rails bovenkant H4 en 0,2*G als er zonder bovenleiding word gereden en H5 en 0,4*G als er wel met bovenleiding word gereden. De breedte van een enkelsporige tunnel krijgt u door B1, 2*(0,3*G), en in bogen ook nog 2*E bij elkaar op te tellen. Bij meersporige tunnels moeten bij de breedten u ook nog de onderlinge afstand van de sporen hart op hart op tellen.


Tunnelprofiel van een rechtwandige tunnel. E. Kruithof

Opmerking:
1) maten B1, H4 en H5 naar NEM 102, zie vrije ruimte.
2) spoorafstand naar NEM 112, zie spoorafstand.
3) verbreding naar NEM 103, zie vrije ruimte.
4) de tunnel wand kan boven afgeschuind worden.

De enkelsporige gewelfde tunnel
Een enkelsporige gewelfde tunnel maakt men volgens volgende tekening, waarbij de bij de letters behorende afmetingen staan in de tabellen aan het einde van deze tekst. De tunnel kunt u uittekenen volgens de volgende bouwwijze:
1) Werklijnen K - L en M - N op gelijke hoogt als de rails bovenkant, SO, uittekenen.
2) De punten m1 en m2 volgens afbeelding bepalen.

De waarde voor C zijn:
tunnel met bovenleiding C=2,2*G
tunnel zonder bovenleiding C= 2,8*G bij rechtspoor & C=2,3*G bij bogen.

3) Bij een tunnel op een rechtspoor vind u het eerst gebogen deel van de tunnelwand, dus tot a, door radius R1 te stellen als 2*B1 om punt m1. In bochten moet men de waarde voor R1 vergroten met de waarde E.

b.v. in H0, bocht radius 700; B1=48; E=7mm; R1=2*B1 + E=96+7=103mm

De tegenovergestelde tunnelwand vind je door het spiegelbeeld te nemen van de gevonden wand.
4) Het bovenste gebogen deel van de tunnel wand vind je door radius R2 (C= gebied m2 - a) om punt m2 in te tekenen.


Tunnelprofiel van een gewelfde enkelsporige tunnel.
E. Kruithof

Opmerking:
1) B1 begrenzing vrije ruimte, zie vrije ruimte.
2) verbreding , zie vrije ruimte.
3) de tunnel kan van onderen ook afgevlakt worden.

De dubbelsporige gewelfde tunnel
Een dubbelsporige gewelfde tunnel maakt men volgens volgende tekening, waarbij de bij de letters behorende afmetingen staan in de tabellen aan het einde van deze tekst. De tunnel kunt u uittekenen volgens de volgende bouwwijze:
1) Werklijnen K - L en M - N op gelijke hoogt als de rails bovenkant, SO, uittekenen.

2) Punt m1 op de lijn K - L plaatsen en horizontaal door m2 laten door kruisen.

De waarde voor C zijn:
tunnel met bovenleiding C=1,5*G bij rechtspoor en C=1,7*G bij bogen.
tunnel zonder bovenleiding C= 1,8*G bij rechtspoor en C=1,7*G bij bogen.

3) Bij een tunnel op rechtspoor vind je het bovenste gebogen deel van de tunnelwand door radius R1=0,5*A + 0,6*B1 om punt m1 uit te rekenen, dit geeft de tunnelwand boven de horizontale hoogte door m1. In bochten moet men de waarde voor R1 vergroten met de waarde E.

b.v. in H0, bocht radius (binnenspoor) 700; A=52; B1=48; E=7mm
R1 = 0,5 A + 0,6 B1 + E = 26+29+7+62mm

4) Spoorbogen met Radius R2= 2*R1 om punt m2 tekenen, dit geeft de tunnelwand onder de horizontale lijn door punt m1.
 De tegenovergestelde tunnelwand vind je door het spiegelbeeld te nemen van de gevonden wand delen.


Tunnelprofiel van een gewelfde dubbelsporige tunnel. E. Kruithof

Opmerking:
1) B1 begrenzing vrije ruimte, zie vrije ruimte.
2) spoorafstand naar NEM 112, zie tekst spoorafstand.
3) verbreding , zie vrije ruimte.
4) de tunnel kan van onderen ook afgevlakt worden.

Maattabellen

Schaal

G

B1

B2

B3

H1

H2 (1

H3

H4

B4

B5

H5 (2

Z
N
TT
H0
S

6,5
9,0
12,0
16,5
22,5

20
27
36
48
66

14
18
24
32
44

18
25
32
42
57

4
6
8
11
15

6
8
10
14
19

18
25
33
45
60

24
33
43
59
78

16
22
28
38
50

13
18
22
30
38

27
37
48
65
87

alles in mm
Schaal ->

Z

N

TT

H0

S

Wagengroep A
Wagengroep B
Wagengroep C

91
110
124

125
151
170

167
202
227

230
278
313

313
378
425

alles in mm

Opmerking:
Verkorte modellen van de wagengroep C (bv. in H0 in schaal 1:100), behoren in wagengroep B

De afmetingen voor E staan in onderstaande tabel. Aan de waarden voor wagengroep A zou u zich zeker moeten houden, ook al rijden er geen wagens met draaistellen op het baanvak.

Schaal
->

Z


N


TT


H0


S


Radius van de boog Wagengroep
A B C
Wagengroep
A B C
Wagengroep
A B C
Wagengroep
A B C
Wagengroep
A B C
175
200
225
250
275
300
325
350
400
450
500
550
600
700
800
900
1000
1200
1400
1600
1800
2000
2500
3000
2 3 5
2 3 4
2 2 4
1 2 3
1 2 3
1 2 3
1 1 2
1 1 2
0 1 2
0 1 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
4 - -
4 6 -
3 5 7
3 5 6
3 4 6
2 4 5
2 3 5
2 3 4
1 2 4
1 2 3
1 1 3
0 1 2
0 1 2
0 0 2
0 0 1
0 0 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- - -
- - -
- - -
6 - -
5 8 -
5 7 10
4 6 9
4 6 8
3 5 7
3 4 6
2 4 5
2 3 4
1 3 4
1 2 3
0 2 3
0 1 2
0 1 2
1 2 3
1 2 2
0 1 2
0 1 1
0 0 1
0 0 0
0 0 0
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
9 - -
8 12 -
7 11 14
6 9 12
5 8 11
4 7 10
4 6 9
3 5 7
3 4 6
2 3 5
2 3 4
1 2 3
1 2 2
0 1 2
0 1 1
0 0 1
0 0 0
0 0 0
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
- - -
12 - -
10 16 -
9 14 19
8 13 17
7 11 15
6 9 13
5 8 11
4 7 9
3 5 7
2 4 6
2 3 5
1 2 4
1 2 3
0 1 2
0 1 1
alles in mm

Geraadpleegde bronnen
- NEM norm 105 uitgave 1987